Tekst:
Curaçao, ’k heb jou, zo menigmaal bekeken
En al jouw loze streken die stane mij niet aan
En al jouw loze streken die stane mij niet aan
Daarom ga ik vertrekken waar ik kom vandaan.
Refrein
Oh, Oh Oh!
Oh, Oh Oh!
Wij gaan u verlaten, Paramaribo-o-o!
Wij gaan u verlaten Paramaribo.
’k Kwam laatst, met haast, al door ’t Herenstraatje
Men sprak: ”Mijn lieve maatje, kom zet u hier wat neer
En drink met ons een glaasje en rook een pijp tabak.”
Met al die loze streken raakt ’t geld uit de zak.
Refrein
Een zoen, kan doen, de hele nacht te blijven.
Dan hoort men niet het kijven van onze officier.
Zo raken wij aan ’t dwalen, zo dronken als een zwijn.
Het schip ligt voor de palen, aan boord moeten wij zijn.
Refrein
Maak los, de tros, de voor- en achtertouwen
Wij zijn niet meer te houwen, wij gaan naar Holland toe.
Waar is het beter leven, dan bij je eigen vrouw?
Vervloekt zijn al de hoeren van ’t eiland Curaçao.
Refrein