Shanty-Pedia

Shanty zoeken...
Mingulay Boatsong: geen traditional. Geschreven door Sir Hugh S. Robertson in 1938 tijdens zijn aards verblijf (1874—1952). De oorspronkelijke melodie is afkomstig van een oud Gaelic lied genaamd ’Oran na Comhachaig’ van Brac Lochaber. Robertson was dirigent van het beroemde Orpheus Choir of Glasgow en hij verzorgde vele muzikale arrangementen voor Schotse songs die o.a. werden samengevat in zijn publicatie ’Songs of the Islands’ in 1950 waarbij hij vaak de Schotse titels verving door meer Engelse titels. Zo werd bijv. Mairi’s Wedding’ vervangen door ‘Lewis Bridal Song’. In oude geschriften lezen we dat in 1549 de naam van dit eiland werd geschreven als –Megaly en in 1695 was dit Micklay geworden. De huidige naam Mingulay is afkomstig vanuit het oud-Noors ‘Mikil’= ’Big’ en ’Aye’=’ Island’. De woorden en melodie staan dus los van Mingulay maar zou wel de meest populaire song van dit eiland worden. Men hoorde dit lied in –F te zingen in een traag tempo. 
Kramer_Nelson_24x30, 11/5/15, 10:01 AM,  8C, 12000x12223 (0+1667), 150%, Custom,  1/25 s, R37.3, G30.5, B49.1
Ca. 500 schapen bevolken sinds jaren het verlaten eiland dat in 2000 werd aangekocht door de National Trust for Scotland. In 1901 woonden er nog 140 mensen maar het zou minderen naar 2 personen in de dertiger jaren. Dit moeten natuurlijk prachtige figuren (characters) zijn geweest! Het is jammer genoeg nergens terug te vinden hoe de samenstelling was van deze minimale bevolking: man & man/vrouw & vrouw, man &vrouw?
Ornithologen bestuderen hier de gedragingen van diverse grote zeevogels. In de song wordt gezongen over: ’how white the Minch is’. The Minch is de zeestraat in het noordwesten van Schotland tussen de Schotse Hooglanden, de noordelijke Binnen-Hebriden en de Buiten-Hebriden. ’White’’ betekent in deze regel dat het de bemanning geen donder kan schelen hoe hoog de golven zijn en hoe meer schuimkoppen hoe beter want dan zullen ze eerder in de haven zijn.
’Looking seaward frae the heather’ geeft aan dat de vrouwen vanaf het land al naar de boten uitkijken. ‘Heather’’ staat voor een stuk heideveld of open stuk land met laagblijvende beplanting. Er is in Nederland bijna geen shantykoor te vinden dat de Mingulay Boatsong niet in het repertoire heeft dus er is al snel sprake van overkill’. 
Het eiland Mingulay noemt men ook soms ’het meest nabije Saint Kilda’, dat op ca. 150 kilometer ten westen van de Schotse kust ligt. Dit Saint Kilda wordt prachtig beschreven door Boudewijn Buch in zijn boek ’Eilanden’. Het was een droefgeestige plek met zwaarmoedige inwoners en dat werd nog erger toen dominee John Mackay op St. Kilda werd beroepen en de bevolking nog verder zou oppoken. Met Kerst 1886 hield hij negen preken over de Verloren Zoon. Vijf dagen per week was kerkbezoek verplicht en op Zondag zat men de hele dag in de kerk. Mackay was een religieuze gek en de bewoners, sinds eeuwen geteisterd door hongersnood, noodweer en stormen, waren te passief om hem de Atlantische Oceaan in te schoppen.
Op Zondag mochten er geen koeien worden gemolken [er was ook geen Partij van de Dieren] en geen water worden gehaald. Praten was verboden van zaterdagavond tot maandagochtend. In een enkel noodgeval mocht men fluisteren maar zingen of fluiten was streng verboden. Een muziekinstrument in het kerkgebouw vond hij verwerpelijk. Toen een schip levensmiddelen kwam brengen toen de bevolking bijna van honger omkwam op een zaterdag mocht er pas op maandagochtend met lossen worden begonnen! Hij zou zijn ’gelovigen’ in 1889 verlaten, nog steeds ongehuwd en had een stipendium van 80 Pound per jaar hetgeen meer was dan de gehele eilandbevolking per jaar aan belasting betaalde! Door de afgelegen ligging kwamen er nauwelijks buitenstaanders naar het eiland en als dat wel eens gebeurde was na hun vertrek de hele bevolking ziek en verkouden omdat ze niet resistent waren tegen diverse ziekten [bacillen] die de bezoekers met zich mee brachten.
De post werd verzonden in een soort klomp met een klein mastje erop waarop gedrukt stond:’ Please Open’ maar meer dan de helft van deze post zou nimmer aankomen. Voor de vogelbescherming op het eiland wordt in een jaar meer geld uitgetrokken door de Britse regering dan er in 5 jaar is betaald aan de eilandbewoners d.w.z. bijv.in 1957 een bedrag van 20 miljoen ‘ouderwetse’ British Pounds.

Bron: Boudewijn Buch—Eilanden/Eilandist

PK

Tekst:

 

Refrein

Heel ya ho boys, let her go boys

Bring her head round into the weather

Heel ya ho boys, let her go boys

Sailing homeward to Mingulay.

 

What care we boys, how white the Minch is

What care we boys, for windy weather

When we know that every inch is

Closer homeward to Mingulay.

 

Refrein

Wives are waiting at the pier head

Looking seaward frae the heather

Swing her head round and we’ll anchor

Ere the sun sets on Mingulay

 

Refrein

 

Wives are waiting by the harbour

They’ve been waiting since break of day o

Bairns are playing on hills of heather

Above the harbour of Mingulay.

 

Refrein

 

Vertaling:

 

Refrein

Heel ya ho jonges, laat r gaan jonges

Breng dr boeg rond door de wind

Heel y a ho jonges, laat r gaan jonges

Zeilen huiswaarts naar Mingulay

 

Wat kan ons het schelen jonges hoe wit de Minch is

Wat kan ons een stormwind schelen

Als we weten dat elke centimeter

dichter huiswaarts is naar Mingulay.

 

Refrein

 

Vrouwen wachten op het havenhoofd

Uitkijkend over zee, weg van de hei

Gooi de boeg om en we ankeren

Nog vóór zonsondergang in Mingulay

 

Refrein

 

Vrouwen wachten bij de haven

Daar wachten ze al sinds het ochtendgloren

Kindertjes spelen op de heide

Boven de haven van Mingulay.

 

Refrein

 

Bijgewerkt op: 01-12-24