Shanty-Pedia

Shanty zoeken...
Gedurende de zestiende t/m achttiende eeuw werd de Middellandse zee geteisterd door Barbarijse kapers. Deze kapers opereerden vanuit Noord Afrikaanse havens in Libië, Tunesië, Algerije en Marrokko en stonden onder gezag van het Ottomaanse rijk.
De Barbarijse kapers richtten zich voornamelijk op de Europese koopvaart. Overwonnen bemanningen werden verkocht als slaaf verkocht op de Noord-Afrikaanse slavenmarkten. In veel Europese steden werden slavenkassen opgericht met als doel Europese slaven vrij te kopen. In Zierikzee bestaat deze nog steeds! en heeft nu een sociaal-maatschappelijke doelstelling.
Er waren ook Europeanen die zich, na hun gevangenneming, bekeerden tot de Islam en dienst namen op de Barbarijse kaper schepen. Vermoedelijk hebben tientallen Nederlanders deze stap gemaakt. Een aantal van hen werd berucht: Murad Reis, geboren Jan Janszoon, Simon ‘de Danser’ Simonszoon en Claes Compaen.
The twentyfourth of February bezingt de tweedaagse zeeslag tussen een eskader van Britse oorlogsschepen en koopvaarders, onder bevel van rear admiral (schout bij nacht) John Kempthorne, en een eskader van Algerijnse ‘Piraten’. Anders dan de titel doet vermoeden vond deze slag plaats op 18 en 19 december 1669.
Op 8 december vertrok de Mary Rose, het schip van Kempthorne op de thuisreis na een diplomatieke missie in Marokko. Zij werd vergezeld door nog drie andere schepen te weten: een pink, de Roe Ketch, een tweemaster en een koopvaarder uit Hamburg.
Die avond passeerden zij Asilah, een Marokkaanse kustplaats aan de Atlantische kust. Later die nacht liepen ze een grote Flyboat (Vlieboot) de King David van 300 ton op. Deze was geladen met hout, tabak, zout en mout en kort ervoor gekaapt door Algerijnse kapers. Kempthorne nam de 22-koppige bemanning gevangen en plaatste een ‘Prize-crew’ aan boord van de King David en nam haar op sleep. Hierdoor werd de Mary Rose flink vertraagd.
Op 17 december voegden zich nog een Schotse en Franse koopvaarder, onderweg van de Canarische eilanden naar Cadiz, bij het eskader.
Op 18 december trof het eskader een vloot van zeven Algerijnse kapers. Zes van hen vielen de Mary Rose aan en de zevende richtte zich op de King David. Hoewel de Mary Rose zwaar beschadigd raakte, weerde zij alle aanvallen af. De kapers maakten uiteindelijk alleen de King David buit.

RS

Tekst:

 

On the twenty-fourth of February,

The weather being clear.

We spied sev’n sails of Turkish men o’war,

All belonging to Algier.

 

Refrein

With my right fol leatherol,

Right fol leatherol

Right fol leathering ol day!

Roddle diddle di, roddle diddle day,

A right fol leatherol day!

 

Refrein

 

Now the first that came to our ship’s side

It was the Pink so clear

Commanded by the big Bashaw

And belonging to Algiers.

 

Refrein

 

The next that came to our ship’s side

It was the Rose and Crown

We fired into her a good broadside

And quickly she went down.

 

Refrein

 

So two we took and one we sunk

The rest they run away

And one we brought to old England’s shore

To show we had won the day.

 

Refrein

 

 

 

Vertaling:

 

Op vierentwintigste februari,

het was bij helder weer

ontdekten we zeven zeilen van Turkse oorlogschepen

toebebehorend aan Algiers

 

Refrein

Met mijn wettige knokpartij

legitieme knokpatij

een legitieme knokpartij de hele dag!

Roddle diddle di, roddle diddle day,

een legitieme knokpartij de hele dag!

 

Refrein

 

Wel, de eerste die bij ons langszij kwam

Dat was de Pink, zo helder

onder bevel van de Grote Bashaw

En behorend aan Algiers.

 

Refrein

 

De volgende die bij ons langszij kwam

was de Rose and Crown

we gaven haar de volle lag

en zij ging al snel ten onder.

 

Refrein

 

Dus namen we er twee en één lieten we zinken

De rest sloeg op de vlucht

en één namen we mee naar Engelands kust

Om te laten zien dat we de slag gewonnen hadden.

 

Refrein

 

Bijgewerkt op: 01-12-24