Shanty-Pedia

Shanty zoeken...
Weary Whaling Grounds:
Een Forebitter zoals praktisch, zo niet alle Whalingsongs onder deze aanduiding vallen. Maar wel een mooie Traditional waarvan de eerste prints zijn gevonden in het scheepsjournaal van de walvisvaarder’ Ocean Rover’ in 1859. De schrijver van dit lied moet wel ten prooi zijn gevallen aan fysieke uitputting, heimwee en zijn beroerde arbeidsomstandigheden en nog beroerder van zijn ’beloning’ aan het einde van zijn, in dit geval, 4-jarige reis. Merkwaardig is de 3e regel in het eerste couplet zijnde ’I’d leave old Greenland ’s icy Grounds’ waarbij dan in de voorlaatste regel wordt gezongen ’for we’ve slaved away four years of our life’.  De walvisvaarders reizen naar Greenland waren altijd veel korter van duur dan de trips naar de Southern Seas en met ca. 4-6 maanden was het bekeken hoewel sommige schepen overwinterden aan het begin van de Davis Strait om zodoende volgend seizoen een snelle start te hebben.  We zullen dit maar als dichterlijke vrijheid beschouwen.
In het algemeen kunnen we stellen dat hoe groter het schip was hoe groter afstanden werden overbrugd. De Whaling Schooner (de kleinste uitvoering) was meestal 5/6/maanden onderweg terwijl Brigs en Barks en grotere schepen vaak 3 of 4 jaar van huis waren. De langste reis staat op naam van Ship Nile dat maar liefst 11 jaar onderweg was van 1858-1869!! Ja en bij de loopplank bij aankomst niemand van de dienst maatschappelijke begeleiding! De Amerikaanse uitvoering begint overigens de eerste regel met: ’If I had the wings of a goney’. De walvisjagers gebruikten deze naam voor een groot type albatros die veelvuldig in The North Pacific werd aangetroffen. Sommige zeelieden waren bijgelovig en meenden dat de ziel van een overleden maat zich in de albatros bevond.
Right Whale: Groenlandse walvis, deze bracht het meeste traan en balein op. Bijkomend voordeel: De speklaag was zo dik dat de walvis, als hij gedood was, bleef drijven
There she !: Altijd uit te schreeuwen als:’ Thar She Blows!!’
Flukes: de V-vormige staartvin van de walvis, 100% spieren, geen botten. De Blue Whale heeft een vinbreedte van 7.6 meter!  Deze flukes bewegen op- en neer bij het zwemmen in tegenstelling tot de gewone vissen die hun vin(netjes) van links naar rechts bewegen.  Deze Whale Tail bestaat uit 2 ’lobs’ die we elk
’a fluke’ noemen. 
Lobtailing: als de walvis zijn staartvin hoog boven water uitsteekt, zich ronddraait en dan met grote kracht op het water slaat hetgeen veel herrie veroorzaakt. Vooral bij ruwe zee neemt dit ’lobtailing’ toe en het is misschien een waarschuwing voor de rest van de groep of voor het verwijderen van aanklevende parasieten op de staartvinhuid.
Gurry: term voor water-olie-vuil dat na het ’cutting in’ van de walvis achterbleef op het dek.
Gam: een oude uitdrukking voor een ontmoeting ergens midden op de oceanen met andere walvisjagers/schepen. Men stapte over op elkaars schip/schepen, wisselde verhalen en informatie uit en maakte er een gezellige dag van. 
Na weken maar meestal maandenlange eenzaamheid was dit een prettige ervaring.
The Lay: in de 4e regel van het 4 e couplet wordt gezongen: ‘an equal share of the bone.’ De walvisjager kende geen vast loon maar wel een gedeelte (%) van de vangst. Een voorbeeld van deze verdeling kunnen we terugvinden op de bonuslijst van de walvisvaarder MONONGAHELA  die in Oktober 1850 gereed was voor een 3-jarige reis:
Jason Seabury Captain 1/12 lay
Charles Walling First Mate 1/25 lay
Christian Thomas Third Mate 1/65 lay
George Corsa Fourth Mate 1/90 lay
James Smith              Cook 1/175 lay
Jose Gulate            Greenhand 1/225 lay
Martin Webb            Boy  1/250 lay

Tegen het einde van een succesvolle reis was bekend wie wat en hoeveel zou krijgen maar vaak werd de behandeling zo slecht dat men deserteerde bij een der aanlegplaatsen (eilanden) onderweg waardoor de opbrengst voor de overblijvende bemanningsleden hoger werd. Het was ook niet ongebruikelijk om na het volbrengen van zo’n tocht toch een schuld te hebben bij de Captain (of zijn maatschappij). 
Er zijn veel gevallen bekend van zeelui die na 2 of 3 jaar werken/varen thuiskwamen met 25 Dollar en die mochten zich dan ook nog ‘Goudhaantje’’ noemen!
Nu maar eens kijken of huis en vrouw er nog wel waren!
Weary Whaling Grounds is het mooist gezongen door Arthur Garnett en Harry Lowry d.w.z. het overblijvende duo van het voormalige Stormalong John uit Liverpool.  Je kunt hen horen/zien op YouTube onder de naam ’Yesterdays Men’ Weary Whaling Grounds.  (Eventueel via de Ken Wilson uitvoering).  
Een perfekte presentatie en zang/trekzak door hun droefgeestige weergave.
Zij zingen en musiceren al zo’n 50 jaar met elkaar en naar mijn bescheiden mening is er niet beter op shantygebied.  De You Tube opname is gemaakt tijdens het Ellesmere Port Shanty Festival op 27/4/2014.
Wil je meer weten over de toenmalige walvisvaart google dan ’The Real Story of a Whaler’ door A. Hyatt Verrill (1916) dan kun je 148 pagina’s, indien gewenst, uitprinten.  Een schat aan authentieke informatie en afbeeldingen.
PK
(1967:) Chase of right whale, West Greenland, 1840-50.
By the 1840s, British whaling reached a low ebb; only fourteen vessels were leaving our ports. But during the 1850s, the industry began to look up, for the introduction of steam power meant that whalers could push to new grounds far to the north, and then batter their way back through some fifty miles of pack ice until the open sea was reached again. Three emotions dominated the old-time whalerman: exultation in the chase, a longing for home, and disgust at the conditions of his trade. This latter mood descended heaviest on him when the fishing was poor and he became 'whale sick' (like homesick, only sick for whales). The man who made the complaint of The Weary Whaling Grounds must have been very whale sick. An odd point: The song speaks of leaving 'old Greenland's icy grounds' and indicates a trip of four years' duration. The very long trips only occurred in the Southern fishery; the Greenland season was usually but a matter of months, though ships sometimes stayed all winter at the entrance to the Davis Strait so as to make an early start next season. (...)
Every crew has its notorious moaner, and in whaleships when the whales are scarce the number of moaners multiplies. Not that there wasn't plenty to moan about, especially for the men engaged in the Southern whaling round Cape Horn and up the wet and blusterous coast of Chile. Long voyages, stale food, vast stretches of boredom punctuated with brief frenzied and perilous bursts of action; as the lyric says:
'The pleasures are but few, my boys, on them bitter whaling grounds.' (Notes A. L. Lloyd, 'Leviathan!')

Tekst:

 

If I had the wings of a gull me boys,

I would spread ‘em and fly home.

I’d leave old Greenland’s icy grounds

for a right whale there is none.

And the weather’s rough and the winds do blow

and there is little comfort here

I’d sooner be snug in a Deptford pub,

a-drinkin of strong beer.

 

Oh, a man must be mad or want money bad

to venture catchin’ whales.

For we may be drowned when the fish turns around

or our head be smashed by its tail.

Though the work seems grand to the young green hand

and his heart is high when he goes,

in a very short burst he’d as soon hear a curse

at the cry of: “There she blows!’

 

All hands on deck now, for God’s sake,

move briskly if you can.”

And he stumbles on deck, so dizzy and sick.

for his life he don’t give a damn.

And high overhead the great flukes spread

and the mate gives the whale the iron

and soon the blood in a purple flood

from the spout-hole comes a-flyin’!

 

Well these trials we bear fo nigh four years,

‘till the flying jib points for home.

We’re supposed for our toil to get a bonus on the oil

and an equal share of the bone.

But we go to the agent to settle for the trip

and we find we’ve cause to repent.

For we’ve slaved away four years of our lives

and earned about three pound ten.

 

Vertaling:

 

Als ik vleugels had als een meeuw, m’n jonges

Dan zou ik ze uitspreiden en naar huis vliegen.

Ik zou de ijzige gronden van Groenland verlaten

Want er is toch geen walvis

En het weer is ruw en de winden blazen

En er is geen comfort hier.

Ik zat liever knus in een Deptford kroeg

Zwaar bier te drinken.

 

Ach een man moet wel gek zijn of dringend geld nodig hebben

Om op walvis-avontuur te gaan.

Want we kunnen zomaar verdrinken als de vis zich draait

Of onze kop ingeslagen krijgen met zijn staart.

Hoewel het werk mooi lijkt voor de groentjes

En zijn hart sneller slaat als hij gaat,

In een plotselinge uitbarsting hoort hij vloeken

Op de schreeuw: “Daar blaast er één!”

 

“Alle hens aan dek, vlug om godswil

Zo snel als je kan.”

En hij strompelt aan dek, zo duizelig en ziek;

Voor z’n leven geeft ie geen cent.

En hoog boven z’n hoofd zwaait de grote vin,

En de stuurman geef de walvis het ijzer.

En spoedig spuit het bloed in een paarse vloed

uit het spuitgat..

 

Wel, deze beproevingen ondergaan we bijna vier jaar

Totdat de kluiver naar huis toe wijst.

Voor onze inspanningen zouden we een bonus op de olie krijgen

En ons gelijke deel van de botten. (Baleinen)

Maar toen we naar de reder gingen om af te rekenen

Hadden we reden tot berouw.

Want we hebben vier jaar van ons leven gezwoegd

En verdienden zo’n drie pond tien.

 

Bijgewerkt op: 01-12-24