Shanty-Pedia
Walvisvaart.
In het gezaghebbende boek van P. Dekker ‘De Laatste Bloeiperiode van de Nederlandse Arctische Walvis-en Robbevangst 1761-1775’, lezen we dat na 1761 Ameland bijzonder belangrijk werd voor de vaart op Straat Davis en het hoogste percentage commandeurs zou leveren. Ameland was al vroeg een eiland van zeevaarders. Rond 1300 [!] kwam de vaart over de Wadden tot grote bloei door de afname van transport over land via Lubeck en Hamburg. Er was levendig verkeer tussen de Zuiderzeesteden van dit verbond en de handelssteden aan de Oostzee. In de 17e eeuw bezaten de Amelanders ongeveer 100 kustvaarders. Na de ontdekking van de grote rijkdommen aan spek, traan, botten en alvisolie waren deze Amelanders bij de eersten die op de walvisvaart trokken. Door hun regelmatige handel met Amsterdam beschikten zij ook sneller over ter zake doende informatie en als zeevaarders waren ze ook niet heel erg aan huis gebonden.
De meeste commandeurs van Ameland waren Doopsgezind zoals bijv. ook Den Helder een groot aantal Mennonieten onder de commandeurs telde. Of echter bewust door de leden van deze godsdienst om deze reden voor de vaart op de ijszee werd gekozen is niet geheel vast te stellen daar er ook veel Doopsgezinden van Ameland voor de koopvaardij voeren. Een ander punt is het feit dat de Mennonieten niet zelden voor een rederij voeren met dezelfde godsdienstige opvattingen. Het schijnt vaak het geval geweest te zijn met Amelanders die als commandeur van Hamburg uit voeren.
In de 18e eeuw hadden de Amelanders zelf praktisch geen schepen meer en werd er hoofdzakelijk gevaren voor Amsterdamse rederijen. Opvallend, want in 1781 telde geheel Ameland nog 128 schippers en commandeurs waarvan alleen in het dorp Nes al 56! Dit betreft dus de gezagvoerders op walvisvaarders-en koopvaardijschepen samen! In dit boek vinden we mooie oude foto’s van verweerde grafmonumenten van bijv. commandeur Barent Hansz. in Hollum en van commandeur Kemp Driewesz in Nes. Onderzoek wijst uit dat in 1761 er van de 15 Amelandse commandeurs die vanuit Nederland ter walvisvaart voeren er liefst 11 Doopsgezind waren d.w.z. 73%. Hier was hun invloed dus groot en door sterke protectie van de familiekring ten aanzien van te verdelen functies aan boord konden de belangrijke posten jarenlang in eigen kring blijven en zo hun eigen stempel op een tijdperk drukken. Andere bekende namen van Doopsgezinde Amelandse commandeurs waren Jan Foekes, Wopke Idzes Hasselaar, Kersje Hillebrandsz., Jan Oebles, Oeble Oebles, Pieter Oebles, Wiebe Oebles en Oeble Pietersz.,
Tekst
West Zuidwest van Ameland
Daar ligt een kolkje diep
Daar vangt men schol en schellevis
Maar mooie meisjes niet
Refrein:
Hoog is de zolder, laag is de vloer
Mooi is het meisje, maar lelijk is de moer
Ho-o-o-o-hoog, ja hoog!
De ballast die ligt droog
Maar onder op de grond,
Is hij zo nat als stront
Toen ’k laatst van Suriname kwam
Zag ik van ver een schip
Ik dacht dat ’t aan de wolken hing
Maar ’t zat al op een klip
Refrein:
En op die klip daar zat een koe
Een wonderbare koe een koe loeit
Die alle maanden kalven moest
Ze was er naar aan toe
Refrein:
Het was een vruchtbaar jaar
Het was een vruchtbaar jaar
Dat alle vrouwen kramen moest’
En hij de vader waar
Refrein: