Shanty-Pedia

Shanty zoeken...
West Zuidwest van Ameland is een typisch ballastlied en is zodanig beschreven in het boek van C. A. Davids ’Wat lijdt den zeeman al verdriet’, de auteur verwijst o.a. naar de bij het lied ’Wieringen’ reeds genoemde musicoloog Jaap Kunst die stelt dat bij deze werkzaamheden
1 man voorzong waarbij de anderen telkens invielen met het laatste woord van elke regel en wel op hetzelfde moment dat ze een schep ballast[zand] in het ruim gooiden. Andere beschrijvingen geven aan dat het zand eerst in manden werd geschept en dan aan boord gehesen. In het visserijmuseum te Vlaardingen vinden we een iets andere versie van het eerste couplet gegeven door de Historische Vereniging Vlaardingen:

‘Oostnoordoost van Ameland
Daar is het maar vijf vadem diep
Daar zwemmen de roggen zo dik als zand
Maar tarbot vang je er niet!’
Meestal werden de boeren door de lokale vuurtorenwachter opgeroepen voor de ballastarbeid hetgeen voor een zekere bijverdienste zorgde. Het water uit dit vochtige (of natte) zand zakte tijdens de reis naar de scheepsbodem vandaar de gezongen regel:
’De ballast die ligt droog-maar onder op de grond is hij zo nat als stront.’ 

Scheepsrampen

Als eiland kreeg ook Ameland te maken met grote en kleine scheepsrampen zoals:
6 februari 1766: het schip van ene Gerrit Steenge: 49 mensen verdronken,
10 november 1799: fregat De Valk: 419 mensen verdronken,
20 augustus 1844: schip Diana: 5 mensen verdronken,
9 oktober 1850: schip Helena: 8 mensen verdronken,
25 april 1861: bij redding van een Noors schip zijn er 5 Amelanders verdronken.
Verdrinking paarden reddingsboot.

Op 14 augustus 1979 volgde er een gebeurtenis die op Ameland maar ook daarbuiten grote indruk zou maken. Traditiegetrouw werd de reddingsboot altijd met paardenkracht naar zee getrokken. Nu werden de paarden onverwachts door een zuigende onderstroming naar de diepte getrokken en verdronken. Een vreselijke ervaring voor de ooggetuigen. Zij zijn begraven in de duinen waar nu hun grafmonument te zien is.
De Engelse Shantyman Ken Stephens schreef na het horen van deze ramp binnen enkele uren het lied ‘’Drowned Horses Of Ameland’, waarvan hier het 1e en 6e couplet:

The wind blew high, about the dune’s,
and the wild white breakers roar,
the cry went up, a German yacht,
it’s stranded near the shore,
the lifeboat must be launched at once,
they need us desperately.

chorus:
Part of the herd of Ameland,
went galloping to the sea,
part of the herd of Ameland,
went galloping to the sea.

People now remember that night of seventy-nine,
when the lifeboat-team, from Ameland,
launched for their final time,
on the island’s winds, their manes are blown,
but they are now running free.

Dit nummer vinden we terug op de cd ’Patterns on the Tide’ schitterend gebracht door de begaafde Ken Stephens samen met een van Engelands mooiste [breekbare] stemmen nl. Fiona Murfitt. Compleet met zee-en stormgeluid en het ratelend tuigage. Ken gaf mij destijds zijn handgeschreven tekst van dit lied en is nog altijd als ‘’curiosa’ in mijn bezit maar zoals hij er toen aan toevoegde:’ Succes met mijn Egyptisch spijkerschrift.’

West Zuidwest is ook de naam van een in Gouda beroemd shantykoor en die kwamen op het idee om bij het voorlaatste couplet waarin er een koe op een klip wordt aangetroffen die alle dagen moest kalven en er ook nog eens naar aan toe was door een lid van dit respectabel gezelschap een koe geluid te laten voortbrengen ter verhoging van de algehele jolijt.  Voor mijn gevoel heeft niemand dit ooit meer beter gedaan dan de helaas overleden John Lettink waaraan we dan ook de ’John Lettink Wisseltrofee’ te danken hebben. 
Ik zie ook nog wel eens voor me hoe mooi ons ook overleden lid Dirk Vroege de harpoen wierp bij zijn perfecte uitvoering van Pique La Baleine. Juist omdat er nooit iets bij hem bewoog maakte deze beweging grote indruk!
En daar gaat het maar om!

PK.

Walvisvaart.

 

In het gezaghebbende boek van P. Dekker ‘De Laatste Bloeiperiode van de Nederlandse Arctische Walvis-en Robbevangst 1761-1775’, lezen we dat na 1761 Ameland bijzonder belangrijk werd voor de vaart op Straat Davis en het hoogste percentage commandeurs zou leveren. Ameland was al vroeg een eiland van zeevaarders. Rond 1300 [!] kwam de vaart over de Wadden tot grote bloei door de afname van transport over land via Lubeck en Hamburg. Er was levendig verkeer tussen de Zuiderzeesteden van dit verbond en de  handelssteden aan de Oostzee. In de 17e eeuw bezaten de Amelanders ongeveer 100  kustvaarders. Na de ontdekking van de grote rijkdommen aan spek, traan, botten en alvisolie waren deze Amelanders bij de eersten die op de walvisvaart trokken. Door hun regelmatige handel met Amsterdam beschikten zij ook sneller over ter zake doende informatie en als zeevaarders waren ze ook niet heel erg aan huis gebonden.

 

De meeste commandeurs van Ameland waren Doopsgezind zoals bijv. ook Den Helder een groot aantal Mennonieten onder de commandeurs telde. Of echter bewust door de leden van deze godsdienst om deze reden voor de vaart op de ijszee werd gekozen is niet geheel vast te stellen daar er ook veel Doopsgezinden van Ameland voor de koopvaardij voeren. Een ander punt is het feit dat de Mennonieten niet zelden voor een rederij voeren met dezelfde godsdienstige opvattingen. Het schijnt vaak het geval geweest te zijn met Amelanders die als commandeur van Hamburg uit voeren.

 

In de 18e eeuw hadden de Amelanders zelf praktisch geen schepen meer en werd er hoofdzakelijk gevaren voor Amsterdamse rederijen. Opvallend, want in 1781 telde geheel Ameland nog 128 schippers en commandeurs waarvan alleen in het dorp Nes al 56! Dit betreft dus de gezagvoerders op walvisvaarders-en koopvaardijschepen samen! In dit boek vinden we mooie oude foto’s van verweerde grafmonumenten van bijv. commandeur Barent Hansz. in Hollum en van commandeur Kemp Driewesz in Nes. Onderzoek wijst uit dat in 1761 er van de 15 Amelandse commandeurs die vanuit Nederland ter walvisvaart voeren er liefst 11 Doopsgezind waren d.w.z. 73%. Hier was hun invloed dus groot en door sterke protectie van de familiekring ten aanzien van te verdelen functies aan boord konden de belangrijke posten jarenlang in eigen kring blijven en zo hun eigen stempel op een tijdperk drukken. Andere bekende namen van Doopsgezinde Amelandse commandeurs waren Jan Foekes, Wopke Idzes Hasselaar, Kersje Hillebrandsz., Jan Oebles, Oeble Oebles, Pieter Oebles, Wiebe Oebles en Oeble Pietersz.,

Tekst

 

West Zuidwest van Ameland

Daar ligt een kolkje diep

Daar vangt men schol en schellevis

Maar mooie meisjes niet

 

Refrein:

Hoog is de zolder, laag is de vloer

Mooi is het meisje, maar lelijk is de moer

Ho-o-o-o-hoog, ja hoog!

De ballast die ligt droog

Maar onder op de grond,

Is hij zo nat als stront

 

Toen ’k laatst van Suriname kwam

Zag ik van ver een schip

Ik dacht dat ’t aan de wolken hing

Maar ’t zat al op een klip

 

Refrein:

 

En op die klip daar zat een koe

Een wonderbare koe                           een koe loeit

Die alle maanden kalven moest

Ze was er naar aan toe

 

Refrein:

 

Het was een vruchtbaar jaar

Het was een vruchtbaar jaar

Dat alle vrouwen kramen moest’

En hij de vader waar

 

Refrein:

 

Bijgewerkt op: 01-12-24